Veulens en fokmerries voeren

Voorjaar is veulentijd! De meeste veulens zien het levenslicht rond april. We kijken er al naar uit om de kleine bundeltjes energie in de zomer over de weide te zien rennen. Maar om veulens en fokmerries fit en vitaal te houden, hebben ze een beetje ondersteuning nodig!
Een aantal vitaminen en sporenelementen spelen een belangrijke rol in het dieet van de fokmerrie, zelfs voor de dekking. Vitamine E heeft een positief effect op de vruchtbaarheid, maar bètacaroteen en zink hebben ook invloed op paarden. Omdat sommige merries last hebben van cyclusstoornissen, kunnen speciale hormoonsupplementen of monnikspeper nuttige ondersteuning bieden.

Tijdens de eerste fase van de dracht moet aandacht worden besteed aan hooi van hoge kwaliteit en een goed fokmineraalvoer.

Vanaf de 8e maand van de dracht veranderen de voedingsbehoeften van je merrie. Het veulen groeit sneller en daardoor stijgt ook de energie- en eiwitbehoefte van de merrie. Een goed fokvoer met een goede eiwitkwaliteit, essentiële aminozuren en een uitgebalanceerde voedingsstoffenverhouding is geschikt om aan de toegenomen behoefte te voldoen. Mineralen zoals calcium, fosfor en magnesium, evenals de sporenelementen zink, selenium en koper, zijn belangrijk voor een goede ontwikkeling van botten, kraakbeen, pezen en ligamenten. Pas echter op dat je je paard niet "overvoert" met voedingsstoffen, omdat dit ook een negatieve invloed kan hebben op de ontwikkeling

In de laatste fase van de dracht is het aan te raden om het voer in meerdere porties te verdelen, omdat de merrie niet meer zoveel voedingsstoffen per maaltijd kan opnemen. Vooral magnesium, selenium en vitamine E zijn nu belangrijk.

De eerste uren na de geboorte zijn bijzonder cruciaal voor de ontwikkeling van het veulen. Ze hebben nog geen eigen afweersysteem, dat pas in de eerste levensweken wordt gevormd. Daarom is het belangrijk dat het veulen direct na de geboorte biest of colostrum binnenkrijgt. De antilichamen die het bevat zijn van groot belang voor het immuunsysteem van het veulen. Als de merrie het veulen niet kan zogen, kunnen vervangende producten worden gebruikt. In dit geval raden we overleg met en ondersteuning door de dierenarts sterk aan.

Na de geboorte moet de merrie ook voldoende energie, eiwitten, mineralen en vitaminen krijgen om de melkproductie te ondersteunen. Zo krijgt ook het veulen optimale voeding. Na een korte tijd zal het veulen proberen zijn moeder na te doen bij het eten en kun je het langzaam laten wennen aan vast voer. Het is echter belangrijk om het rantsoen precies aan te passen aan de betreffende ontwikkelingsfase, omdat overvoeding kan leiden tot een te snelle groei. Vanaf de 3e maand is moedermelk alleen niet meer voldoende om de voedingsbehoeften van het veulen te dekken. Vanaf dit punt raden we aan om hoogwaardig voer voor veulens te voeren.