Tips voor paardrijden in de winter

Helaas houden paarden geen winterslaap en omdat ze gemaakt zijn om te bewegen, moeten wij dat in de winter ook doen - of het nu nat, koud of gewoon onaangenaam is buiten. Gelukkig zijn er een paar voorzorgsmaatregelen die je kunt nemen om zelfs een ritje in slecht winterweer aangenamer te maken - voor jou en natuurlijk voor je paard.

Houd jezelf warm

Ten eerste moet je er altijd voor zorgen dat je jezelf warm houdt, hoe vies het weer buiten ook is

Houd je hoofd warm

Het menselijk lichaam verliest tot 50% van de lichaamswarmte via het hoofd. Draag daarom altijd iets op je hoofd dat je warm houdt. Dit is niet altijd mogelijk met een helm. Een sjaal helpt ook om warmteverlies te beperken.

Krijg geen koude voeten

Er is een reden waarom mensen vroeger hun voeten warm hielden als ze verkouden waren. Er zijn immers maar weinig dingen onaangenamer dan ijskoude, bijna bevroren voeten. Als je voeten eenmaal koud zijn, helpt niets zolang je buiten bent en niet de warmte in gaat. Een methode die je kunt gebruiken om dit probleem in de winter te bestrijden, is het dragen van thermische rijlaarzen. Als je niet zonder je leren rijlaarzen wilt, dan moet je op zijn minst een paar stalschoenen hebben die droog en warm zijn. Tijdens het paardrijden kun je je stalschoenen opwarmen met bijvoorbeeld een handwarmer, zodat je bij terugkomst gewoon in behaaglijke, warme schoenen kunt stappen.

De juiste kleding

Gelukkig is er tegenwoordig voor elk weertype de juiste rijkleding. Het is dus een heel goed idee om jezelf uit te rusten met een thermische rijbroek, handschoenen en laarzen, en het liefst een warme trui en warme sokken. Op die manier zijn lage temperaturen niet langer een ongemak.

Natuurlijk mag je ook een goede jas niet vergeten. In de winter hebben gemengde materialen van polyester en dons hun waarde bewezen. Vergeet echter niet dat een goede winterjas ook vochtafwijzend moet zijn, want alleen zo blijf je warm, zelfs bij hevige sneeuwval.

Als je niet zeker weet of je warm genoeg gekleed bent, is het altijd aan te raden om in de winter op veilig te spelen en de ui-methode te gebruiken. Trek gewoon verschillende lagen kleding aan. Als je het eigenlijk te warm hebt, kun je gewoon een laag uittrekken. Dit is een uitstekende manier om te voorkomen dat je het te koud krijft of om flexibel te reageren op de omstandigheden, vooral als je in de binnenbak traint.

Gezien worden

De winter is het donkere seizoen. Op langere rijdagen kan het relatief snel gebeuren dat het al schemert en je nog niet terug bent van je rit. Om jezelf en je paard in zulke situaties niet onnodig in gevaar te brengen, is het verstandig dat je reflecterende kleding en uitrusting meeneem. Denk dan aan reflecterende beenkappen of jassen, en een lamp. Hoe meer reflecterende of lichtgevende voorwerpen je bij je hebt, hoe beter. Het enige belangrijke is dat je paard eraan gewend is, anders kan het schrikken.

De juiste verfrissing

Op lange rijdagen, bijvoorbeeld als je meer dan één paard wilt berijden, neem dan warme thee of soep mee. Dit houdt niet alleen je kleding warm, maar je kunt jezelf ook van binnenuit opwarmen als dat nodig is.

Het paard warm houden

Als je ervoor hebt gezorgd dat je het zelf niet koud krijgt, ben je al halverwege. Nu is het alleen nog een kwestie van het paard ook warm houden.

Dankzij hun wintervacht kunnen paarden heel goed tegen kou - in feite veel beter dan tegen hitte. Voor de meeste paarden die in de wei worden gehouden en een dikke wintervacht ontwikkelen, is het meestal niet nodig om een deken op te leggen. Als het paard echter op stal staat en dus minder wintervacht heeft, is het aan te raden om op zijn minst een nierdeken op te doen tijdens het rijden. Dit voorkomt dat de spieren afkoelen, zelfs als het paard loopt. Een deken is absoluut noodzakelijk voor geschoren paarden.

Verkoudheid voorkomen

Hoe praktisch een dikke wintervacht ook is, het kan ook een trigger zijn voor verkoudheid. Als het niet ijskoud is, zweten paarden veel sneller. Omdat de wintervacht zo dik is, duurt het vervolgens erg lang voordat hij weer droog is, wat het risico vergroot dat het paard verkouden wordt. Laat je paard dus zo min mogelijk zweten.

Als het onvermijdelijk is dat het paard zweet, gebruik dan altijd een zweetdeken. Deze transporteert het vocht snel naar buiten en beschermt het paard tegen afkoeling, tocht en wind.

Indien nodig een deken gebruiken.

Het juiste moment om een winterdeken te gebruiken is een wetenschap op zich. Bij paarden die robuust worden gehouden en in de koude maanden weinig worden getraind, is een winterdeken meestal niet nodig. Paarden die normaal worden getraind en de neiging hebben een dikke wintervacht te ontwikkelen, kunnen indien nodig worden geschoren en vervolgens van een deken worden voorzien. Dit heeft als voordeel dat het paard tijdens de training minder zweet en de vacht sneller opdroogt. De deken vervangt de wintervacht en houdt het paard warm.

Conclusie

Winterrijden hoeft echt geen uitdaging te zijn – met de juiste voorbereiding maak je het juist comfortabel en veilig voor jou en je paard. Let wel goed op de omstandigheden: gladheid door ijzel of oneffenheden in de ondergrond kunnen verraderlijk zijn, zeker als je ze niet meteen ziet. Ga daarom alleen naar buiten als je zeker weet dat de bodem veilig is en het zicht goed genoeg is om alles goed in te schatten. Zo voorkom je risico’s en zorg je voor een ontspannen rit.